Binnenkort is het weer 5 december en ik moet je eerlijk bekennen dat, ondanks mijn leeftijd, de Sint nog steeds een warm plekje in mijn hart heeft. Ik kan er nog steeds van genieten als de kinderen nog in Sinterklaas geloven. Meestal is dat tot hun zevende jaar, dan zitten ze nog volop in hun magische leeftijd en geloven ze nog in Sinterklaas. Ik vond het dan ook niet zo leuk dat Sinterklaas in de lunchroom van het winkelcentrum ging zitten en een kopje koffie bestelde. Op het moment dat de koffie gebracht werd, stond er een jongetje van een jaar of zeven schat ik, naar Sinterklaas te staren.

"Geloof jij nog in Sinterklaas", vroeg de Goedheiligman. "Welnee", zei het jongetje heel stoer. "Mooi zo", zei Sinterklaas en met een opgelucht gezicht deed hij zijn baard af om zijn koffie op te drinken.

Ik weet nog dat ik op een leeftijd was dat ik twijfelde aan Sinterklaas. ‘s Avonds laat, toen iedereen op bed lag, ben ik naar beneden gegaan. Ik ging onder de bank liggen om te wachten of ik Sinterklaas zou zien. Maar helaas ben ik in slaap gevallen. Mijn moeder vond mij de volgende ochtend. Nu wist ik het nog niet zeker, of hij wel bestond. Totdat een jaar later mijn oudere broertje van acht jaar, op de zolder tussen allerlei oude spullen, een sinterklaasmantel met mijter en een pietenpak vond. Boos liep hij naar beneden. "Ik geloof niet meer in Sinterklaas, want ik heb op zolder een sinterklaasmantel met mijter en een pietenpak gevonden. Sinterklaas en Piet, dat zijn gewoon mijn vader en moeder!’ Mijn vader antwoordde: "Je hebt volkomen gelijk, Sinterklaas bestaat niet. Het zijn inderdaad je vader en moeder die voor de cadeautjes zorgen." Min broertje zei: "Dan bestaat de Kerstman zeker ook niet." "Inderdaad", zei mijn vader. Waarop mijn broer met een lach zei: "Het is dus net zoals met de ooievaar, dat zijn je eigen vader en moeder."

Ik vertelde het tegen mijn vriendje en hij vroeg aan mij: "Als je niet meer in Sinterklaas gelooft, krijg je dan geen cadeautjes meer?" Om hem gerust te stellen zei ik: "Dat denk ik wel, zo lang als je vader en moeder nog in hem geloven." Maar het zat mijn broer toch niet lekker, dus hij vroeg aan ons moeder: "Denk je dat Sinterklaas het niet erg vind als ik niet meer in hem geloof?" Ze antwoordde met een lach: "Ik denk het niet want het is zo’n goedaardige man."

Toen we het daar jaren later nog eens met mijn vader over hebben gehad, zei mijn vader: "Ach, het leven kent vier periodes. Je gelooft in Sinterklaas, dan de periode dat je niet meer gelooft in Sinterklaas, dan volgt de periode dat je Sinterklaas bent en in de vierde periode begin je op Sinterklaas te lijken."

Jules Faber