In het Weekblad Heusden van 12 november lezen we dat de gemeente Heusden bij vaststelling van de jaarrekeningen in de afgelopen jaren meer dan duizend procent afwijkt van de vastgestelde begroting, althans dat stelt Heusden Verbindt.

Hoe komt een gemeentelijke begroting tot stand?

De begroting 2024 werd in november 2023 door de raad vastgesteld. Op dat moment spreken we van een primaire begroting. Vervolgens wordt er tweemaal per jaar gekeken of de begroting wijziging behoeft. De gemeenteraad stelt die zogenaamde bestuursrapportages vast, respectievelijk in juli (BR-1) en in december (BR-2). Zo sloot de primaire begroting 2024 met een positief saldo van ruim 3,3 miljoen; na de eerste bestuursrapportage in juli daalde dat tot 2,3 miljoen en na de tweede bestuursrapportage steeg het saldo weer naar 10,6 miljoen.

Na afloop van het begrotingsjaar wordt de jaarrekening opgesteld en dan blijkt meestal dat het saldo van de jaarrekening behoorlijk afwijkt van het laatstgemelde begrotingssaldo (in de BR-2). Daar zijn diverse redenen voor waarvan ik er hier twee wil noemen. Op de eerste plaats de zogenaamde budgetoverhevelingen, dat zijn bedragen die wel in de begroting staan maar die nog niet uitgegeven zijn, vaak omdat plannen nou eenmaal later uitgevoerd worden dan gepland. Op de tweede plaats het resultaat van de gemeentelijke grondexploitatie. Bij de begroting wordt daar helemaal geen rekening mee gehouden; in de jaarrekening uiteraard wel. Zo zijn jaarrekening en begroting niet helemaal vergelijkbaar. De jaarrekening 2024 sloot met een positief saldo van ruim 16,4 miljoen. Als je daar de budgetoverheveling van 1,8 miljoen en het resultaat grondexploitatie ad 686 duizend vanaf trekt, dan blijft er bijna 14 miljoen over. Een verschil van 3,4 miljoen ten opzichte van de laatste bestuursrapportage.

Hoe zit het nou met die afwijking van meer dan 1000%?

Het is gebruikelijk om een afwijking jaarrekening ten opzichte van de begroting te relateren aan de totale jaarlasten en die waren in 2024 161 miljoen. Dat betekent een afwijking van 2,1%. Als je op deze manier ook de afwijkingen in voorgaande jaren uitrekent, dan kom je in 2022 uit op 0,7% en in 2023 op 1,9%, gemiddeld in deze drie jaren 1,6%.

Kortom, die afwijking van meer dan 1000% is een fabeltje, een vorm van misleidende informatie aan het publiek waarbij het gemeentelijk beleid in een kwaad daglicht wordt gesteld en misschien is dat ook wel de bedoeling.

Kees Musters,

Oud-raadslid en jarenlang ervaring met de begrotingsbehandeling

Drunen