Om zoveel mogelijk in beweging te blijven, gebruik ik meestal mijn oude maar nog in goede staat verkerende fiets. Ookal is de verleiding groot om soms even de elektrische fiets te pakken. Maar voor kleine afstanden, blijf ik de gewone fiets gebruiken. Mijn elektrische fiets gaat meestal mee als we met de camper weggaan, want met name in het buitenland kan het behoorlijk klimmen en dalen zijn. Omdat mijn oude fiets al aardig op leeftijd is, hebben we samen al het een en ander beleefd. Ook nu pakte ik mijn gewone fiets, om even naar het winkelcentrum te gaan voor wat kleine boodschappen.
Ik parkeerde mijn fiets tussen het fietsenrek, ook wel 'nietjes' genoemd vanwege de gelijkenis met een nietje, en deed de fietsslotketting om de paal van het fietsenrek, liep het winkelcentrum in en zag enige politieagenten door het winkelcentrum surveilleren. Waarschijnlijk omdat de winkelende mensen hinder ondervonden van de jeugd die met hun fiets, zonder handen aan het stuur, tussen de mensen door manoeuvreerden. De afgelopen week was er nog een oudere vrouw aangereden. En jawel hoor, ook nu zigzagde weer een jeugdige fietser zonder handen aan het stuur door het winkelcentrum. Eén van de twee politieagenten sprong voor zijn fiets en gaf hem een stopteken. De jongen schrok, kon nog net zijn stuur beetpakken en moest hard remmen.
"Dat kan je goed, zonder handen fietsen", zei de politieagent. "Daar heb ik lang op geoefend", antwoordde de jongen. "Nou, als je het niet erg vindt dan halen we het stuur van je fiets af, want je hebt het niet meer nodig als je zonder handen gaat fietsen", zei de politieagent. Omdat de jonge enigszins overdonderd was, zette hij grote ogen op en zei: "Maar meneer, dat kun je niet doen want de fiets is niet van mij maar van mijn broertje en die kan nog niet fietsen met losse handen." De agent schoot in de lach, maar heeft daarna wel de naam van de jongen genoteerd met de mededeling dat als hij weer betrapt wordt op zonder handen aan het stuur fietsen, de fiets in beslag genomen zou worden, ookal is die van zijn broertje. Lopend moest hij het winkelcentrum verlaten.
Nadat ik de nodige boodschappen had gedaan en weer terugliep naar mijn fiets, zag ik dat er een man naar mijn fiets stond te kijken. Het zal toch geen fietsendief zijn, dacht ik bij mijzelf. Maar wat was er gebeurd, ik had met mijn fietsslotketting ook zijn fiets aan de paal vastgezet. En dan te bedenken dat ik zeker een half uur weg ben geweest, waardoor de man ongeveer een kwartier heeft staan te wachten voor ik weer terug was. Gelukkig nam de man, nadat ik mijn excuses had aangeboden, het sportief op.
Jules Faber