Vol is vol
Lang geleden, nu dik zestig jaar, was ik zeven. Een jongetje uit onze straat, wonend in hetzelfde huizenblok, ging emigreren. Harry Rijkschroef zou in Canada opgroeien net als veel landgenoten die in de vroege jaren zestig met duizenden tegelijk Nederland verlieten. De overheid stimuleerde die landverhuizers met subsidie. Ons land zou met ruim tien miljoen inwoners te vol zijn en dus vertrokken hele volksstammen naar landen als Canada, Australië, Argentinië en Nieuw-Zeeland. Ook het gezin van Harry besloot in 1960 de sprong te wagen. Voor de toen zevenjarige jongen was het een avontuur dat zijn leven voorgoed zou veranderen. Deze zomer kwam Harry terug naar Nederland en ontmoette ik hem. Hij vertelde honderduit en ik luisterde aandachtig. Andersom was er ook ruimte om mijn levensverhaal te vertellen.
Harry vertelt
“Het was een koude dag in maart 1960 toen ik met mijn ouders en twee jongere zusjes in Rotterdam aan boord stapte van een passagiersschip dat ons naar Halifax zou brengen. Voor mijn ouders was het een beslissing die maanden van wikken en wegen had gekost. Het vooruitzicht van meer ruimte, betere economische kansen en een toekomst voor de kinderen gaf de doorslag." Voor Harry voelde het vooral spannend maar ook een beetje angstig. “Het was de eerste keer dat ik de zee overstak. De eerste dagen op de boot waren een mix van zeeziekte en verwondering. Ik herinner me nog levendig hoe de haven kleiner en kleiner werd en hoe ik mijn grootouders op de kade zag zwaaien tot ze uit het zicht verdwenen. Ik dacht dat we ze misschien nooit meer zouden zien.”
Loopt Nederland leeg?
Pesten
Telefoneren was in 1960 een luxe. Een gesprek naar Nederland kostte destijds vele guldens per minuut. Brieven waren daarom de belangrijkste manier om contact te houden met het thuisfront. Harry: “Elke brief die uit Nederland kwam werd door ons hele gezin gelezen, soms wel drie of vier keer. De spanning bij het openen van de envelop was groot, het was hét contactmoment met het oude leven. De eerste jaren in Canada waren zwaar. Mijn vader moest twee banen combineren om het gezin overeind te houden. Wij kinderen leerden snel Engels maar voelden ons in het begin vooral buitenstaanders.” Harry herinnert zich hoe hij op school werd uitgelachen om zijn accent en hoe hij ’s avonds in bed lag te oefenen met Engelse woorden om niet opnieuw geplaagd te worden.
IJshockey
"Na een paar jaar kregen we een eigen huis, kwamen er vrienden en groeiden we op in een nieuw land. Voor mij was Canada op mijn twaalfde al meer thuis dan Nederland. Ik leerde schaatsen op bevroren meren, speelde ijshockey en ontdekte de uitgestrektheid van het Canadese landschap." Nu, ruim zestig jaar later, woont Harry nog altijd in dezelfde provincie waar hij destijds met zijn ouders terechtkwam. Hij heeft er een gezin gesticht, kleinkinderen gekregen en een succesvolle carrière opgebouwd. Zijn Nederlands is nog verrassend goed. Bij Harry thuis werd er altijd een mengeling van Nederlands en Engels gesproken maar soms zoekt hij naar woorden die hij al decennia niet meer heeft gebruikt.