"Staat mijn winkelwagentje in de weg”, vroeg ik aan een winkelende klant die over mijn winkelwagentje stond gebogen om een pak hagelslag uit het rek te halen. De man keek om naar mij en zei al vooroverbuigend: "Nee hoor, ben je gek, ik kan er wel bij." Spontaan antwoordde ik: "Of ik gek ben? Dat weet ik niet, dat moet je mijn huisarts maar vragen." De man keek mij verbaasd aan, legde het pakhagelslag in zijn winkelmandje en liep snel verder. Blijkbaar kon de man de humor van mijn opmerking niet waarderen.
Ik had de dag gewoon een jolige bui, dat heb ik wel eens, u toch ook? Gewoonlijk ga ik samen met mijn vrouw boodschappen doen, die weet altijd welke boodschappen waar staan. Maar deze keer deed ik alleen boodschappen. Als het veel boodschappen zijn, dan krijg ik vaak een briefje in mijn handen geduwd.
Maar toch neem ik vaak meer boodschappen mee dan op het boodschappenlijstje staan. Soms is de verleiding voor mij te groot, waardoor er toch extra artikelen in het winkelwagentje belanden. Ik geloof dat ze voor die verleidingen een mooi woord hebben: Impulsaankopen. Maar ik ben vast niet de enige die deze 'impulsaankopen' koopt.
Wie stond er, met zijn winkelmandje voor mij, bij de kassa? Je raadt het al: de man van het pak hagelslag. Hij verblikte of verbloosde niet en bleef recht voor zich uitstaren. Even moest ik lachen maar corrigeerde snel mijn gezicht. Nadat ik mijn boodschappen had afgerekend liep ik richting uitgang. Daar hadden ze op de schuifdeur een bord opgehangen met de tekst 'Winkeldieven worden ontbloderd'. Ik liep terug naar de caissière want ik was nieuwsgierig wat het woord 'ontbloderd' betekent. Weet je wat de caissière zei? "Niets, dat woord bestaat niet. Maar", zei ze. "Sinds dat bord daar hangt, zijn de winkeldiefstallen met 30 % gedaald."
Net toen ik naar buiten wilde lopen, begon het te stortregen. Precies onder de luifel waar je de winkelwagentjes over kon laden in je auto, stond een man in zijn auto te wachten op zijn vrouw. Hij keek toe terwijl een vrouw kwam aanrijden om haar kind en de boodschappen uit haar boodschappenwagentje op te halen en hij bleef gewoon staan. De vrouw liep door de stortregen demonstratief om de auto heen die onder de luifel stond. Inmiddels druipnat begon ze haar kind in de auto te zetten om daarna haar boodschappen over te laden in haar auto. Ze was tot haar huid toe nat, toen ze daarmee klaar was.
Daarna verzamelde ze een aantal winkelwagentjes en omringde daarmee de auto van de man die onder de luifel stond. Hij kon niet voor of achteruit en moest dus wel door de stortregen heen om de weg vrij te maken. De vrouw keek vanuit haar auto met een grijns op haar gezicht toe, zwaaide naar de man en reed weg.
Jules Faber
