Zomertijd
Ook de zomer van dit jaar was een van de meest warme en vooral droge. Als ventje van een jaar of zes (1959) was er in ons dorp geen zwembad en dus vond mijn moeder voor mij een oplossing die 'de teil' heette. Mijn moeder zette een wasteil achter het huis en goot daar een paar emmers water in. Vervolgens bracht ze de teil op temperatuur door er een fluitketel heet water aan toe te voegen. Henkie zat in zijn zwembroekje maar wat graag in die teil. Voor mijn gevoel zat ik uren te dobberen, net zo lang tot mijn vingertjes begonnen te rimpelen.
Toen ik wat ouder werd, togen we naar het vijvertje in het bos. Op de fiets bij mama achterop reden we door een donker bos waar plotseling een heel stil watertje opdook. Meestal waren er maar een paar andere mensen en omdat ik nog niet kon zwemmen, moest ik dicht aan de kant blijven. Het geelachtige zand op de bodem voelde aan alsof je in de poep stapte. Stoere jongens en meisjes zwommen tot het midden van dat vijvertje waar een markeringspaal zo’n twintig centimeter boven het water uit stak. Daar kon je niet meer staan en dat betekende ‘gevaar’.
Heerlijk dobberen in de teil.
Zwembad
De ouders van vriendje Hans hadden al een auto en dat betekende dat ik wel eens mee mocht om naar een echt zwembad te gaan. En hoewel het een piepkleine auto was, reed het karretje ons viertjes moeiteloos naar de zo gewenste verkoeling. Het was erg druk in het bad met schreeuwende en gillende kinderen. Belangrijker dan dat, ik kreeg in dat bad de eerste echte zwemlessen van Hans zijn moeder. Eerst nog met een zwemband om, daarna lag ik in het water met haar handen onder mijn buik en een uurtje later de opmerking: nu kun je het wel. En daar ging ik, wel nog altijd met de band om maar het leek op zwemmen.
Toen we eindelijk een eigen zwembad in ons dorp kregen, kon Flipper Henkie dus al een beetje zwemmen. Hoe de schoolslag echt ging, leerden we via het schoolzwemmen waarbij onze meester angstvallig op de kant bleef.
Nonnen die zwommen
Ik weet nog dat het zwembad één avond per week open was voor alleen vrouwen. Waarom een dergelijke avondopening? Het gerucht ging dat de nonnen uit het klooster rustig konden zwemmen zonder aangapende mannen. Feit is dat groot en klein buiten het hek stond om te zien hoe de nonnen te water gingen. Het was groot nieuws dat ook de zusters zwemmen wilden leren. Al snel werden er doeken rondom het bad geplaatst, zogenaamd om de wind buiten de deur te houden. De kijkgaten werden gedicht zodat ook de eerwaarde kloosterlingen rustig hun baantjes konden trekken.