"Wat ik vandaag mee heb gemaakt, is toch wel het toppunt", zei mijn tante. "Mijn buurman heeft in zijn voortuin, die naadloos overgaat in mijn voortuin, twee kolossen van bomen staan. In al die jaren dat ze er staan heeft hij die slechts twee keer goed gesnoeid. Zelf heb ik geen bomen en struiken in mijn voortuin staan, maar toch ligt mijn voortuin altijd vol met bladeren van hem bomen. Afgelopen weekend was hij bezig met zijn bladeren op te ruimen. Hij was nog maar net klaar toen er een windvlaag kwam, waardoor al de bladeren uit mijn voortuin naar zijn voortuin toe waaiden. Ik vond dat niet erg want het waren tenslotte bladeren van zijn bomen. Maar daar dacht hij anders over. Hij kwam naar mij toegelopen met een rode kop en schreeuwde naar mij, ‘Waarom ruim jij je bladeren niet op, nu kan ik weer opnieuw beginnen’", vervolgt tante. "Voor ik ook maar iets kon zeggen, liep hij zijn huis binnen en smeet de voordeur hard achter hem dicht, mij beduusd achterlatend. Het zijn toch zíjn bladeren, laten we eerlijk zijn. Toch vond hij dat ik ongelijk had en hij is nu heel boos."
"Wat ik niet begrijp is dat er zolang mensen op aarde rondlopen, ze elkaar naar het leven staan. Maar wie is bereid zijn ongelijk te bekennen, als hij ongelijk heeft, want die heeft gelijk, zo zie ik dat tenminste", zei mijn tante. Waarna ze een wijntje voor zichzelf inschonk en vroeg of ik ook een glaasje wijn wilde.
Maar ik vond het nog te vroeg voor alcohol. "We zijn toch op de wereld om elkaar te helpen en samen te werken, zoals onze voeten, handen, ogen en ons boven en ondergebit", zei ze met een lach. "Maar nee hoor, de wereld is een groot kruidvat, zolang er mensen zijn zullen er oorlogen gevoerd worden. De oorlog zit in de mens, dat zei mijn geschiedenis leraar al destijds op de middelbare school. En laten we eerlijk zijn, oorlogje spelen leren ze al op jonge leeftijd, met gamen, thuis of in de Game of Speelhal. Daar doen ze hun geld in de offerblokken van de Game industrie, of zie ik dat verkeerd jongen? Hoe meer ik er over nadenk, des te duidelijker wordt het voor mij, dat het vermogen je te verontschuldigen toch één van de belangrijkste kenmerken van onze menselijke beschaving is", zei ze met een diepe zucht.
Dat deed mij denken aan het verhaal van de twee appels, die vanuit hun boom neerkeken op de wereld. De ene appel zei: ‘Kijk toch eens hoeveel mensen ruzie maken, vechten, stelen en oorlog voeren. Er komt een tijd dat wij appels alleen overblijven, dan zullen wij de wereld besturen.'
Waarop één van de appels vroeg: ‘Welke van ons, de groene of de rode appel?'
Jules Faber