Door de gunstige wind kon ons toestel twintig minuten eerder landen op het vliegveld van Napels in Italië. Terwijl we naar de slurf taxieden, sprak de hoofdstewardess de gebruikelijk woorden, ‘Namens onze vliegmaatschappij dank ik u voor het in ons gestelde vertrouwen’. En vervolgens voegde ze daaraan toe, ‘Mocht u nog eens met ons vliegen en vertraging oplopen, vergeet dan niet dat u nu voor twintig minuten bij ons in het krijt staat’.

Dat was dus een goed begin van onze vakantie in Italië. Het was dan ook het enige vervoermiddel dat vroeg was aangekomen, want in Italië gaat niet alles op tijd. Dat komt volgens mij mede, door het verkeersgedrag van de Italiaanse chauffeurs. Vooral in Napels viel het ons op dat men zich niet altijd aan de verkeersregels houdt. Er waren auto’s die zelfs weleens een stukje over de stoepen reden en daarnaast reed men vaak ook nog door rood licht, zonder zelfs maar gas te minderen.

Enige tijd later hadden we het daarover met een Napolitaanse ober, met wie we aan de praat raakten. Hij zei dat in Napels een rood stoplicht niet meer is dan een aanwijzing en dat je je daar niet altijd aan hoeft te houden. Ze nemen het allemaal sowieso niet zo nauw als ze in de auto zitten, regelmatig zie je ze bellen onder het rijden, of andere dingen doen. Daar kwamen we achter toen we boekten voor een busexcursie naar een botanische tuin, net buiten Napels.

Het was nogal druk op de weg en onze buschauffeur gaf aan, omdat hij een langzaam rijdende personenwagen voor hem in wilde halen, dat hij van rijstrook wilde veranderen,. Maar op het laatste moment, stak de vrouwelijke bestuurster haar linkerarm naar buiten. Onze buschauffeur ging weer achter haar rijden, zodat ze naar links kon. Maar dat deed ze niet. Een minuut later haalde ze haar arm weer naar binnen. Toen onze buschauffeur haar de tweede keer wilde inhalen, stak de vrouw opnieuw haar arm naar buiten. Onze buschauffeur ging weer achter haar rijden en mompelde enige Italiaanse scheldwoorden en zei in het Italiaans: 'Wat wil je nou, wil je nou wel of niet naar links toe’. Na drie keer tevergeefs proberen om haar in te halen, kon hij haar eindelijk inhalen.

Op het moment dat we naast haar reden, keek ik uit het raam en zag dat de vrouwelijke bestuurster haar nagels aan het lakken was. Na elke vingernagel gelakt te hebben, stak ze haar linkerarm naar buiten, om de nagellak te laten drogen. Dat was de reden waarom de buschauffeur dacht dat ze telkens linksaf wilde afslaan. Ik heb het maar niet tegen de buschauffeur verteld.

Jules Faber