Witte stranden

De zomervakantie staat weer voor de deur. Zes lange weken zijn de scholen gesloten en kunnen kinderen heerlijk genieten van de vakantie: zwemmen, fietsen, logeren, kamperen, dagjes uit enz. Voor met name werkende ouders kunnen het weken zijn waar ze tegenop zien. Want wie heeft er zes weken vakantie? Concreet betekent dat anno 2025 dat de kinderen menigmaal naar de oppas moeten, naar de BSO, of op zomerkamp worden gestuurd. Behalve dat velen er echt tussenuit gaan, meer dan eens met het vliegtuig naar verre oorden, witte stranden, vaak geheel verzorgd, zijn er ook tallozen die dat alles niet kunnen betalen. Lang geleden was voor slechts weinigen een tripje mogelijk. Er is een groeiende groep die eerst luxueus op vakantie kan naar de wintersport om zich daarna te verheugen op de verre reis naar warme landen in de zomer.

Film op verjaardagsfeestje

Het is 1964. Ik ben elf jaar en onze zomervakantie bestond eerder uit een dagje uit, logeren bij een neefje of een paar dagen in het huis van onze tante in Arnhem. Opeens lanceert pa het nieuws dat we deze zomer mogelijk naar Den Haag gaan. Een collega uit die stad komt twee weken in ons huis en wij kunnen veertien dagen in de woning in de hofstad. Wat een prachtig vooruitzicht en wat een goed idee want deze woningruil verloopt met een dichte portemonnee. Eindelijk kan ik tegen mijn vriendje Kees zeggen dat ook wij echt op vakantie gaan, dat we de zee gaan zien, de Pier in Scheveningen gaan bezoeken, met de tram door de stad toeren enz. De vader van Kees had op het laatste verjaardagsfeestje een filmpje getoond. Daarop zagen we de familie in zwart-wit aan het strand met de Pier op de achtergrond. De film werd geprojecteerd op een witte muur, was zonder geluid maar maakte bij ons ‘gewone’ jongens iets los. Prachtig leek het daar, wat zouden ook wij daar graag eens naar toe gaan.

De Pier in Scheveningen.

De Pier in Scheveningen.

Rit van mijn leven

De grote dag van afreizen naar Den Haag brak aan. In onze bruine Kever PX-51-28 uit 1954, reden we uur na uur, stopten we op de vluchtstrook om de broodjes op te eten en beleefde ik de rit van mijn leven. Van mijn moeder mocht ik de hele reis voorin zitten. Eenmaal in de grote stad konden we de auto wel in de straat maar niet voor ons vakantiehuis zetten. Het bleek een bovenwoning te zijn, vlakbij het centrum. We bezochten de Tweede Kamer, de Pier in Scheveningen, lieten ons bijkleuren op het strand bij het oplaten van een vlieger van stof, bezochten Madurodam, gingen een dagje naar Rotterdam waar we in de Maastunnel liepen met boven ons het water. Hoe kon dat? Een heerlijke vakantie die veel te snel omging. Eenmaal terug in ons eigen huis bleek dat de Hagenezen het in ons huis ook prima naar de zin hadden gehad. Ze hadden gewandeld door de bossen, beleefden plezier aan het voeren van de duiven en kippen, waren naar de stad gefietst, hadden genoten in het zwembad enz.

Niet onder de indruk

De school begon weer. De zesde klas zou het laatste jaar worden. We vertelden elkaar over de vakantie en ik was ontzettend enthousiast over Den Haag. Vriend Kees was niet onder de indruk want zij waren met het gezin al zo vaak in Scheveningen geweest. Dit jaar waren ze afgereisd naar de Rivièra. Dat klonk als heel ver weg, bijna net zo onbereikbaar toen we vorig jaar op zijn feestje de beelden zagen van de Pier. Maar wat ik toen nog niet wist: ook wij zouden ooit eens een verre reis maken. Tja, tijden veranderen..