Het is 1965. Precies 60 jaar geleden. Als jochie in de zesde klas ben ik te groot geworden voor de lagere school maar te klein voor het voortgezet onderwijs. Vandaag is het een feestelijke schooldag want we gaan met klas 5 en 6 op schoolreisje naar De Efteling. Hier hebben we maanden voor gespaard en lange tijd naar uitgekeken. Iedere maandag 50 cent mee naar school voor dit reisje. Blije gezichten. Een vrolijke stemming. Mijn moeder heeft heerlijke broodjes, besmeerd met pindakaas, onderin de zwemtas gestopt. Ik kan me nog herinneren dat de broodjes geplet waren toen ik deze rond de middag tevoorschijn haalde. Geen probleem want ze smaakten overheerlijk. Wanneer kreeg je in die tijd een broodje in plaats van een boterham? Ook in de tas een plastic fles/flacon met daarin ranja. Dat zou achteraf veel te weinig zijn voor zo’n lange en warme dag. Geen nood want water was gratis in het pretpark.
Potje met vet
De bus reed voor. Niet de nieuwste maar wel een aardige chauffeur. Nauwelijks waren we op pad of daar gingen de tassen open. Snoep, worst, een lolly. Het kon niet op vandaag. We zongen niet alleen over dat beroemde potje met vet, maar ook over Kaatje die water ging halen uit een hele diept put. De meester zat voorin de bus met een vriendelijke moeder die deze dag ter ondersteuning mee ging. Onderweg zagen we een hele grote laars langs de kant van de weg staan. Was die van de reus die we kenden van Klein Duimpje? De laars zien, betekende dat we dichtbij ons doel waren, zo vertelde de chauffeur.
Traptreintjes
In het jaar dat wij naar de Efteling gingen, werd er geen nieuwe attractie onthuld (een jaar later dansten de elfjes voor het eerst op het water bij de Indische Waterlelies). Samen met vriendje Hans en twee mooie meisjes gingen we roeien. Dat was vermoeiender dan we in eerste instantie dachten. We wandelden door het Sprookjesbos, raapten alle papiertjes op om van Holle Bolle Gijs te horen 'dank u wel' en we stapten in een soort draaimolen met echte ponypaardjes. De Partij voor de Dieren zou daar anno 2025 van wakker liggen. Hoogtepunt voor ons waren de traptreintjes. Op eigen kracht trapte je in een soort locomotief door een schijnwereld. De dag was veel te snel voorbij, de broodjes waren te snel op. Ik had nog geld over om een klein fotoalbum te kopen, thuis kon ik vertellen en laten zien hoe leuk het in Kaatsheuvel was geweest. Overigens: toen we terugkwamen bij school stond er slechts één moeder bij school te wachten. Ook dat is anno nu ondenkbaar. Nu ben ik 72 jaar en ga ik binnenkort met de kinderen én de kleinkinderen een vermoeiende dag beleven in De Efteling.
