Op het garantiebewijs van mijn Seiko analoge kwartshorloge, die ik een jaar geleden voor mijn verjaardag had gekregen, stond: 'Met het oog op de in dit horloge toegepaste moderne geïntegreerde schakeling technieken, is de achterzijde van dit horloge verzegeld. De horloge mag uitsluitend geopend worden door een juwelier die over het juiste gereedschap beschikt'. Dus toen de batterij op dreigde te raken, ging ik ermee naar de juwelier, die zijn zaak in het winkelcentrum had. Omdat daar vaak parkeerproblemen zijn - er zijn te weinig parkeerplaatsen - ben ik met de fiets daar naar toe gegaan.
Aan de achterzijde van het winkelcentrum was een 24- uurwinkel gevestigd. Daar stond met grote letters op de etalage: 'We zijn 365 dagen per jaar, 7 dagen per week en 24 uur per dag open'. Op het moment dat ik dat las, kwam de vraag bij mij naar boven, waarom hebben ze dan een slot op de deur zitten?
Dat is dan toch niet nodig!
Oké, verder op weg naar de juwelier, maar omdat je in het winkelcentrum niet mag fietsten, liep ik met mijn fiets aan de hand. Plotsklaps kwam er een vrouw naar mij toe, die begon tegen mij te praten, alsof ik bij haar in de klas had gezeten. Of ik al de klasgenoten nog kende, want onlangs had ze nog Hans van Hoofd gezien en zo ging ze maar door. Ik had haar nog nooit eerder gezien, dus zodra ik de kans kreeg, liet ik haar weten dat ze volgens mij de verkeerde persoon voor zich had. Ze keek mij enigszins beteuterd aan, verontschuldigde zich en liep toen weer verder.
Inmiddels had ik in mijn ooghoeken de juwelierszaak gezien en liep daar naartoe. Ik stapte bij de juwelier naar binnen, die net een stel aan het helpen was met het uitzoeken van trouwringen. Gelukkig had het stel al vrij snel de voor hun perfecte trouwringen gevonden. Ik haalde mijn Seiko analoge kwartshorloge uit mijn jaszak en overhandigde die aan de juwelier met het verzoek om er een nieuwe batterij in te doen. Hij keek naar het horloge en zei: "Ik heb daar speciaal gereedschap voor nodig, ik moet dus even naar achteren." Even later hoorde ik hem tegen zijn collega zeggen, die ook achterin de zaak was: "Heb jij mijn zakmes gezien?" Ik fronste mijn wenkbrauwen en heb daar maar verder niks over gezegd tegen de juwelier, toen ik de batterij moest afrekenen.
Nadat ik de juwelierszaak had verlaten, kwam er een vrouw naar mij toe. Ze lachte en zei: "Je zult het niet geloven als ik je vertel wat mij net is overkomen."
"Jawel hoor", zei ik tegen haar. "Dat overkomt u nu weer." Snel stapte ik op mijn fiets en reed naar huis.
Jules Faber
