‘Zal het ooit wennen?’ Het is een uitspraak die ik hoor van ouders die zich verwonderen over hun eerste kindje, van een pasgetrouwd stel na een geweldig huwelijksfeest, van mensen die eindelijk de laatste doos uitpakken in hun nieuwe huis en neerploffen op de bank. Maar we weten allemaal: het went. Net als vrede. En daar moeten we voor oppassen.
Tijdens de herdenkingen van de doden uit de oorlogen en het vieren van de vrijheid hoorde ik vaak zeggen dat ‘vrede niet vanzelfsprekend is’. Het leek me steeds meer zo’n dooddoener te worden. Nogal wiedes als je om je heen kijkt. Maar wat kun jíj eraan doen? Vrede is immers een werkwoord.
‘Kennis van het verleden is als lessen voor de toekomst.’ Allemaal waar, Philip Freriks, en dank voor je persoonlijke verhaal uit de oorlog, maar wat leren we dan? Wat leren we om te dóen? Want weten kunnen we veel, en vooral dat we ‘beter hadden kunnen weten’. Maar dat is altijd weer achteraf.
We moeten ervoor zorgen dat de vrede niet went. Toon Hermans dichtte op mijn scheurkalender een paar dagen geleden: ‘Het dwaze is, dat wij de waanzin kennen, en dat wij haar niet echt bestrijden, zij gaat met opgeheven hoofd door alle tijden, en weet maar al te goed dat mensen aan haar wennen’. Dus laten we er niet aan wennen dat er kinderen sterven en burgers voedsel wordt onthouden, zo schrijnend dat ze hun eten van de vuilnisbelt moeten halen. Wat je ook van het conflict in Gaza mag vinden. Maar sterft onze beschaving niet ook een beetje bij elke dode die omwille van een conflict valt als wij onze mond houden?
Laten we er niet aan wennen te spreken over een LHBTIQ+-ideologie. Wat je er ook van mag vinden. Maar mag je zomaar zeggen: ‘Je doet niet meer mee?’
Laten we niet wennen aan een asielbeleid dat zich druk zegt te maken over ónze huizen, ónze gezondheidszorg en óns onderwijs, maar zich alleen maar lijkt te bemoeien met een Efteling-uitje, dat was bedoeld om de gemoederen rustig te houden; gemoederen in onze eigen dorpen en steden waar deze minister zich doof voor houdt.
Misschien vraag je je af wat je kunt doen. Dat herken ik. Ik voel me ook zo vaak machteloos. Maar ik hou me wakker met de vraag: ‘Wordt dit gezegd of gedaan namens mij?’ Want zo vaak klinken meningen als feiten of wordt zelfs gezegd dat ‘de mensen het zat zijn’. Ben ik één van die mensen?
Dit is geen oproep tot polarisatie. Het valt me op hoe vaak ‘polariseren’ wordt verweten aan mensen die blijven nadenken. Aleksej Navalny, die omkwam in het concentratiekamp van Vladimir Poetin, zei: ‘Het enige wat nodig is om het kwaad te laten zegenvieren, is de passiviteit van goede mensen.’ Dat is nogal wat. Hoe blijf je niet passief? Door er ook niet aan te wennen dat baby’s geboren worden. Dat het zomer wordt. Dat je geliefde thuiskomt. Dat je (klein)kind naar je toegerend komt aan het schoolplein. Dat iemand een prachtig lied geschreven heeft. Dat je eten op tafel staat. Dat iemand je toelacht. Dat de dag weer voorbij is en het meeste goed was. Dat je even die zonnestraal opvangt, van je kat een knuffel krijgt. Of een mooie bloem ziet bloeien.
Dankbaarheid is de basis van waakzaamheid. Iets went als je het voor lief neemt en niet dankbaar meer bent. Dan kun je het, voor je het weet, zijn kwijtgeraakt. En zeg je – achteraf – ‘Wat heb ik gemist?’ Vrede is te mooi om zomaar te verliezen, omdat we eventjes niet hebben opgelet.
Dominee Otto Grevink is predikant voor Kaatsheuvel en de Efteling, Sprang-Capelle en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.