Aan de beurt
Deze week kwam de dood in ons leven. Mijn zwager overleed op 74-jarige leeftijd. Met een nostalgische blik kijk ik achterom naar onze ontmoetingen, naar onze gesprekken, naar de verhalen die onder het genot van een potje bier telkens weer werden opgerakeld. In januari deden we nog mee aan een pub-quiz en nu ben je er opeens niet meer. Oude ooms en tantes zijn ons voorgegaan, ook onze ouders hebben we jaren geleden al begraven. Nu is onze generatie aan de beurt om het aardse te verruilen voor het eeuwige. Lang geleden, toen ik begin jaren zestig van de vorige eeuw naar school toe liep, kwam ik langs onze groenteboer. De man had twee groentekarren die elk getrokken werden door een zwart paard. Twee keer per week reed hij met paard en wagen onze straat in. Soms kwam hij niet; mijn moeder constateerde dan mopperend dat Harrie vast een begrafenis moest begeleiden.
Zwarte pluim
Dezelfde paarden die wekelijks voor de groentekar stonden, werden ingezet om de zwarte lijkkoets te trekken. Met belangstelling en open mond heb ik menigmaal staan kijken hoe de paarden werden ingespannen. Een zwart kleed werd over hun lijf gedrapeerd, de hoeven werden zwart geschilderd en op hun hoofden kwam een zwarte pluim. Als jochie vond ik het spannend om te zien maar ook luguber. Op de bok nam de groenteman plaats met op zijn hoofd een zwarte hoed die steek werd genoemd.
Een stop bij het café
Harrie lustte graag een borreltje en als hij de groente bij het plaatselijke café kwam afleveren, werd er langer stil gestaan dan voor de groenten nodig was. Eenmaal terug op de bok zag Harrie het niet meer zo scherp. Gelukkig kende zijn paard de weg naar de volgende klant of zelfs de weg naar huis. Staand bij de aangeklede rouwkoets, vroeg ik me af of de paarden ook bij het café halt hielden als ze een overledene naar het kerkhof moesten brengen. Het zou een vreemde laatste reis voor de overledene zijn geweest als de in zwart gestoken stoet bij één van de cafés gestopt zou zijn. Toch?