Door Henk Poelakker
Beetje vreemd
Het dorp Doeveren behoorde, net als buurman Heesbeen, tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de gemeente Eethen. Door het graven van de Bergse Maas rond 1900, kwamen de twee dorpen plotseling aan onze kant van het water te liggen terwijl ze formeel deel uitmaakten van de gemeente Eethen aan de overkant. Toen de twee Klaai-dorpen begin november 1945 bevrijd werden, was de rest van hun gemeente overspoeld met Duitse soldaten. Pas in 1973 kwamen de dorpen bij de gemeente Heusden. Tien jaar na de oorlog gaf de gemeente Eethen in 1955 een sober boekje uit waarin dorpelingen vertelden over hun ervaringen.
Duitse slavernij
Dominee I.(Izak) de Tombe blikt terug op zijn oorlogsjaren in Doeveren: 'Het duurde tot september 1944 vóór wij in Doeveren Duitse bezetting kregen. Tot die tijd hadden we nauwelijks een soldaat gezien. In ons dorp hadden krijgsgevangenen uit Turkestan, dekkingsgaten moeten graven. Duitse vrachtwagens met munitie werden onder de bomen opgesteld. Wij kregen inkwartiering van Duitse artillerie. Een wagen met granaten, door takken gecamoufleerd, kwam vlak voor de pastorie te staan. Gelukkig hebben de geallieerden toen geen bommen op ons dorpje laten vallen en bleven wij gespaard. De Duitsers zijn kort hierna richting Tilburg vertrokken om spoedig verslagen terug te keren.'
De huidige kerk.
Zwaar onder vuur
'Het artillerievuur nam in deze dagen toe en de bevolking was genoodzaakt - vooral des nachts - in loopgraven en kelders te verblijven. Wij zagen toen ook Duitse 'Tiger'-tanks. Wij hoorden dat de geallieerden steeds verder oprukten. Op vrijdagmiddag 5 november 1944 kwam ons dorpje geheel onder zwaar vuur van de geallieerden te liggen. Veel granaten kwamen op ons dorpje neer. Als door een wonder -dat wij aan Gods goedheid kunnen danken- kreeg niemand onzer enig letsel. Het zwaarst werd toen het huis van P. Boll, naast de kerk getroffen. In de nacht van zaterdag 4 op zondag 5 november voltrok zich helaas het vonnis aan ons zo geliefd kerkgebouw. De Duitsers hadden tevoren dynamiet in de toren aangebracht en lieten in deze nacht de toren springen met als gevolg dat de gehele kerk werd verwoest. Alleen de luidklok bleef behouden. En daarmede hadden de Duitsers een geweldige slag aan ons dorpje toegebracht. Tot en met 22 oktober 1944 hadden wij kerkdiensten kunnen houden. Wij vierden het Heilig Avondmaal. Na die vreselijke nacht van 4 op 5 november kwamen onze bevrijders! We waren verblijd van de Duitse slavernij verlost te zijn.'
Geen feest
Hoewel bevrijd, was van feest geen sprake. 'Ons dorp kwam vol in de frontlinie te liggen. Vanaf de overkant werden we continu onder vuur genomen. Dit werd zo erg, dat de bevolking van Doeveren omstreeks nieuwjaar 1945 moest evacueren, voor het merendeel naar Elshout en Drunen. In die dagen mocht ons gezin veel vriendschap en gastvrijheid ondervinden van een familie in Heesbeen en een familie in Heusden, waarvoor ik hier nog onze hartelijke dank betuig. Enkele personen mochten echter achterblijven voor de zorg aan het vee.'
Gerrit Jan Hartgers.
Dodelijk slachtoffer
In het boek Herinneringen 60 jaar Vrijheid vertelt Jan Hartgers over zijn vader die slachtoffer werd van het oorlogsgeweld: 'Ons gezin vond een evacuatieadres bij Jos van Engelen in Drunen. Het was voor ons Hervormden wel even wennen in dit gastvrije katholieke gezin. Op 16 februari was vader Gerrit Jan buiten met werkzaamheden bezig. Plotseling een hevig schieten vanuit Genderen, aan de overkant dus. Vader werd getroffen door een uiteenspattende dum-dumkogel die zijn been verbrijzelde. Paniek in Doeveren want vader was plotseling vermist. Op zoek naar hem, vond men alleen zijn klompen in het veld. Wat was er gebeurd? Engelse militairen hebben hem in hun Jeep meegenomen. De klompen bleven achter. Ze hebben hem naar het Grootziekengasthuis in Den Bosch gebracht. Ruim twee maanden later overleed vader. Hij werd begraven op de begraafplaats in Drunen en is na de bevrijding in 1945 herbegraven in Doeveren. De dominee voegt daar nog aan toe: Hartgers had veel liefde voor onze kerk en heeft haar gediend als kerkvoogd. Zijn nagedachtenis blijft bij ons in hoge ere! Na de capitulatie van Duitsland konden wij weer naar Doeveren terugkeren. Pas op zondag 5 augustus konden wij de eerste kerkdienst houden. De dienst vond plaats in de pastorie. Bijna iedereen mocht terugkeren, behalve onze koster M. Weurding, die op zijn evacuatie-adres te Elshout door God werd weggenomen.'