Wanneer iemand tot priester gewijd werd, was het vroeger groot feest voor de familie en het hele dorp. De harmonie, het gilde en de rest van het dorp liepen uit voor hun dorpsgenoot. Boerenzoon Tiny Muskens uit Elshout groeide in de katholieke kerk uit tot een fenomeen met als bekroning zijn benoeming tot bisschop in 1994.

Zwart pak

De vorige keer vertelde Tiny Muskens dat hij in 1962 afstudeerde inclusief de priesterwijding om aansluitend kapelaan te worden in Veldhoven. Hij vervolgt: veertien jaar had mijn leven vooral bestaan uit school en de twee seminaries. Eenmaal gearriveerd in Veldhoven kwam ik al snel tot de ontdekking dat ik voorbereid was op een wereld die niet meer bestond. Ik had geleerd om in het Latijn de Heilige Mis te lezen met het gezicht naar het altaar (dus met de rug naar de parochianen). De toog die ik al enige tijd droeg, moest in Veldhoven uit: zwart pak met witte boord. Toon Damen was mijn pastoor, een man die genoot van lekker eten en een borreltje. Op zaterdagavond schreef de pastoor zijn Mis, terwijl wij televisie keken compleet met sigaar en glas wijn.

6.000 zielen

De bourgondische pastoor was het tegenovergestelde van mij: ik was ijverig, misschien wel een beetje -te-. Op zondag preekten we voor de 6.000 katholieke zielen die Veldhoven telde. De eerste Mis was al om 7.00 uur, de kerk zat al goed vol. Maar om 8.00 uur telden we 1.000 en soms zelfs 1.100 gelovigen. En zo ging het die zondagmorgen door: om half tien de Mis (nog) in het Latijn met slechts 500 man maar om elf en twaalf uur puilde de kerk uit met vooral jonge gezinnen.

Het interieur van de kerk in Veldhoven.

Het interieur van de kerk in Veldhoven.

Angst

Uiteraard werd er ook op vaste tijden gebiecht. Vaak ging het over seksualiteit. Ik kreeg vragen over masturbatie en over coïtus interruptus. Wat wist ik als 26-jarige te zeggen? Meer dan eens begreep ik niet of nauwelijks waarover de vraag eigenlijk ging. Achteraf vind ik het een gemiste kans dat we als kerk de biecht niet om hebben weten te buigen naar een biechtgesprek. Onze pastoor zei meer dan eens: we hebben de mensen teveel angst aangepraat.

Philips

Veel tijd besteedde ik aan de huisbezoeken. Zonder afspraak stapte ik bij de mensen binnen en dat schikte bijna altijd. In de beste stoel mocht ik plaatsnemen, een kop koffie werd me aangereikt evenals een sigaar. Diepgaande gesprekken voerde ik nauwelijks. Heel langzaam merkte ik dat de tijdgeest veranderde en dat er openhartiger met elkaar gesproken werd in de maatschappij. Voor ons als geestelijken was die verandering niet altijd gemakkelijk want we hadden niet geleerd om te praten over persoonlijke problemen, niet over rouw, verlies of het opvoeden van kinderen in de pubertijd. Veldhoven, een boerendorp dat vooral groeide door Philips, was de grootste werkgever van het dorp en van de streek.

Het boek ‘Wees niet bang’ mogen we van de schrijver Arjan Broers als inspiratiebron voor deze rubriek gebruiken.