Mijn kleinzoon had vandaag op school een sportdag. Ik zou hem en zijn zusje op gaan halen van school.
Op het moment dat ik nog maar net was gearriveerd, kwam hij al aanlopen met zijn bezweet T shirt. "Opa, onze klas heeft gewonnen, goed hè", zei hij. Ik feliciteerde hem en samen gingen we zijn jongere zus ophalen, die in een andere klas zit, om daarna gezamenlijk naar huis toe lopen. Maar omdat het de afgelopen nacht behoorlijk had geregend, lagen er overal plassen. Laten die nou heel aantrekkelijk zijn voor kinderen om er in te springen of er doorheen te lopen. Ik liet ze allebei maar even begaan, in de hoop dat de wetenschap eens een verklaring zal vinden waarom kinderen niet om de plas heen willen lopen.
Een stukje verder langs de weg, waar enige struiken stonden, zag mijn kleindochter van vijf een platgereden egel op de weg liggen.
Nou moet je weten dat zij nogal begaan is met dieren. Dus ik bereidde mij al voor op een verdrietig gezicht, met tranen in haar ogen.
Maar dat was deze keer tot mijn grote verbazing niet het geval. Mijn kleindochter schudde met haar hoofd en keek afkeurend naar de geplette egel en zei:
"Die heeft zijn mama zeker geen handje gegeven bij het oversteken." Waarna ze even diep adem haalde en vervolgde met: "Eigen schuld dikke bult."
Terwijl we onze weg naar huis vervolgden, kreeg mijn kleinzoon een hoestbui. Het eerste wat ik deed toen we thuis binnen kwamen, was voor hem het flesje hoestsiroop uit de kast pakken. Ik gaf het flesje aan mijn kleinzoon en zei tegen hem: "Hier moet je een eetlepel van innemen."
Hij liep meteen naar de keuken om een eetlepel te gaan halen. Daarna hoorde ik mijn kleinzoon roepen: "Opa ik krijg het dopje er niet van af!"
Ik zei tegen hem dat het een slim flesje was met een kinderveiligheidsdop. Mijn kleinzoon draaide nog eens aan het dopje, maar kreeg hem met geen mogelijkheid open. "Opa, hoe weet dat flesje nou dat ik een kind ben?" Met een lach opende ik het flesje voor hem en hij goot een klein beetje hoestsiroop in de eetlepel waarna hij de eetlepel hoestsiroop in zijn keel liet glijden.
"Opa, mag ik mijn natte T shirt bij jullie in de wasmachine wassen, dat doe ik thuis ook altijd." Mijn vrouw vond het prima en zei ‘doe maar jongen’.
Nadat hij een tijdje naar de knopjes van de wasmachine had staan te kijken, vroeg hij: "Wat voor programma moet ik kiezen?"
"Dat hangt er vanaf, wat er op het etiket staat", antwoordde mijn vrouw. Mijn kleinzoon keek naar het label in zijn T shirt en zei: "Nike."
Jules Faber
