Door Henk Poelakker
Slavernij
In deze serie waar het met name gaat over 80 jaar vrijheid in onze gemeente, komt steeds de vraag naar voren: wat betekent voor u, voor jou vrijheid? Betekent geen oorlog automatisch vrijheid? Of is vrijheid meer dan alleen de link met oorlog? We hebben ze in de voorbije maanden al voorbij zien komen: vrijheid is voor mij mogen zeggen en denken wat ik wil, is voor mij keuzes mogen maken, is voor mij trouwen met een geliefde zonder dwang, is voor mij het dragen van zelf gekozen kleding. Maar wat als we het woord vrijheid loslaten op slavernij? De ene mens is baas over de ander die letterlijk vogelvrij is. De slaaf heeft niets in te brengen, moet doen wat de baas zegt, is zelfs zijn eigen naam kwijt geraakt. Al eeuwen worden slaven in gevangenschap gehouden. Zelfs in de Bijbel wordt al over slaven gesproken.
Suriname
Vrijheid krijgt een andere lading als je als individu te maken krijgt met onvrijheid. De Joden werd alles afgenomen in de Tweede Wereldoorlog. De hunkering naar vrijheid moet in de concentratiekampen enorm groot geweest zijn. Onvoorstelbaar wat de ene mens de ander aan kan en vooral aan wíl doen. In Nederland werd de slavernij in 1863 afgeschaft maar de slaven moesten nog zeker tien jaar voor hun meester werken. En dat voor heel weinig, vaak zelfs voor alleen een hutje en een bord rijst. In de eeuwen voorafgaand aan de afschaffing, werd er door witte mensen grof geld verdiend aan het tot slaaf gemaakte zwarte mensen. Als dieren werden de slaven met name in Afrika gevangen en met honderden tegelijk in schepen naar onder andere Suriname gebracht. Weg vrijheid, weg op jacht gaan, weg het vredig wonen in een dorpje in het oerwoud. Eenmaal aangekomen in het nieuwe land, werd je gekeurd: was je krachtig, was je jong, was je een kind? Met nauwelijks kleren aan, werd je per opbod verkocht, kreeg je een naam die jouw nieuwe baas je gaf en kwam je in een compleet andere wereld terecht. Je begreep niet wat de mensen tegen elkaar zeiden, je voelde je eenzaam en moest huilen van pijn, verdriet en vernedering. Hoe zag die onvrijheid er concreet uit?
Keihard werken
Geen bewegingsvrijheid. Slaven mochten niet vrij reizen en waren verplicht om toestemming te vragen aan de baas om zich te verplaatsen. Vluchten werd zwaar bestraft. Je had niets meer te vertellen over je eigen lichaam. Jonge meisjes en vrouwen moesten meer dan eens de meester plezieren. Vreemd dat witte mannen die neerkeken op de slaven, niet vies waren van een eenzijdig intiem moment. Slaven werden als bezit beschouwd en verkocht, verhuurd of mishandeld door hun eigenaar. Of je wilde of niet, je moest keihard werken op bijvoorbeeld een theeplantage. Zonder loon, vaak onder slechte omstandigheden, met lange dagen en zware straffen bij verzet. Geen recht op onderwijs. Bijna altijd was het verboden voor slaven om te leren lezen en schrijven, zodat ze afhankelijk, niet wetend en onderdanig bleven. Geen gezinsvrijheid. Slavenfamilies konden uit elkaar worden gehaald omdat meesters hen apart konden verkopen. Huwelijken en relaties werden niet erkend. Zo kon het gebeuren dat een verliefd slavenpaar bezoek kreeg van de baas in het nederige hutje. De baas had ‘zin’ en dus werd de slavin binnen verkracht terwijl haar geliefde buiten daar niets tegen kon/mocht doen. Slaven hadden geen rechten in de rechtbank en konden niet protesteren tegen mishandeling of uitbuiting.
Koning
Nog altijd zijn er mensen in onder andere Suriname die hele nare gevoelens hebben over de tijd dat hun voorouders slecht tot zeer slecht behandeld werden. Diep van binnen zit daar onbegrip, vernedering en afschuw. Ondanks dat men anno 2025 in bijvoorbeeld Paramaribo in vrijheid leeft, zit er onderhuids een verlangen naar echte vrijheid. Onze koning heeft daarmee een begin gemaakt door het aanbieden van excuses. Scholen zullen lesprogramma’s aangeboden gaan krijgen over de zwarte bladzijde in onze geschiedenis en over vrijheid en onvrijheid in het licht van de slavernij.
