Steeds vaker weet ik niet wat ik van het wereldnieuws moet denken. Of eigenlijk: wat ik kan doen. Het overspoelt me. Ik voel dreiging, kilheid, en word overstemd door het geschreeuw. Ik zie mensen tegenover elkaar staan, en ik kijk toe. En volgens mij is de meerderheid met mij stomverslagen. En toen stond er een bisschop op. Ze vroeg om ‘mercy’. Maar ze deed veel meer dan dat.

De Amerikaanse bisschop vroeg de nieuwgekozen president om ‘mercy’. Voor groepen mensen die nu in angst leven over wat hen te wachten staat. En het gaat mij niet eens over welke groepen zij benoemde, maar het was zo a-politiek dat de president meer dan 140 tekens nodig had om te laten weten hoe verwerpelijk hij het vond. Omdat het ongrijpbaar is.

‘Mercy’ betekent namelijk niet ‘vergeving’; dat is ‘grace’. ‘Mercy’ laat in het midden of iemand verdient wat er met hem of haar gebeurt. Het laat dus alle macht (en verantwoordelijkheid) bij in dit geval de president, met de zachte vraag: Wees barmhartig. Wees mens.

Waarom kon de president er niet gewoon nee op zeggen? Omdat een vraag iets met je doet. Een stelling kun je verwerpen, klaar. Een vraag schept relatie. En hij moest haar wel aankijken; alle tv-camera’s stonden op hen gericht. En er is niets zo bedreigend als iemand die je in de ogen aankijkt. Als je tenminste je er niets van wilt aantrekken. Deze vraag om ‘mercy’ was een heel onwelkome boodschap; een korte zin die aan alle decreten als onuitwisbare voetnoot werd toegevoegd: ‘Dit gaat over mensen. Wees er zelf ook één.’

We hoeven het niet eens met elkaar te zijn. Maar hoe je het of wendt of keert: we zijn allemaal mensen. En dús hebben we met elkaar te maken. Of je het nu leuk vindt of niet. Je kunt niet meewillen in veranderingen of een andere kant op willen, het mag allemaal. Maar je kunt nooit, zelfs niet met een meerderheid aan sympathisanten, anderen wegzetten, omdat ze er niet toe zouden doen. We doen er allemaal toe. ‘Respecteer de waardigheid van ieder mens, spreekt de/jouw waarheid naar elkaar in liefde en wees menselijk voor het goede voor de hele mensheid’, zo besloot de bisschop haar preek.

We moeten het misschien vaker zeggen als er iets mis dreigt te gaan in onze ogen: ‘Denk aan mij’ of ‘Denk aan hen’. En er niet meteen vanuit gaan dat de ander dat wel niet zal willen doen. Of bij een besluit dat andere mensen ook treft – met hoeveel recht je dat ook mag doen – vragen: ‘Hoe is dit voor jou?’ En dat begint al thuis en op het werk: als we elkaar niet aftroeven, voor zijn, overschreeuwen, negeren, onze eigen dingen belangrijker maken dan die van een ander, dan zijn we ‘merciful’ naar elkaar.

En dus kan ik toch wat doen. Ik kan mens zijn met en voor andere mensen. Het zijn de kleine zachte krachten die elke roerige tijd in de geschiedenis hebben overleefd. Ook deze tijd. Er is hoop. Als we mens zijn met elkaar.

Gastcolumnist Otto Grevink is als dominee op verschillende wijzen betrokken bij protestantse kerken in de regio Hart van Brabant. Hij is pionier bij Zin op School in Waalwijk en dirigent van Koor en Combo Laudate Dominum. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.