Kristallnacht

Nabij de Poolse stad Oswiecim werd door nazi-Duitsland al in de jaren ’30 van de vorige eeuw het concentratiekamp Auschwitz opgezet. Het kamp zou uitgroeien tot een vernietingskamp. Systematisch werden hier duizenden Joden, zigeuners, homoseksuelen, gehandicapten en politieke gevangen uitgemoord. Hitler gaf al tijden de schuld van alle problemen aan de Joden en dus moest die bevolkingsgroep worden ‘opgeruimd’. Tijdens een bijeenkomst in januari 1942 besloot het Duitse Rijk dat alle Europese Joden definitief afgeslacht zouden moeten worden. Heel subtiel en heel klein begon het met ogenschijnlijk kleine verboden: Joden mochten niet meer zwemmen, mochten alleen nog naar Joodse scholen enz. Wie goed had opgelet kende het gezicht van de nazi’s al langer want in november 1938 werden in één nacht synagogen geplunderd en in de fik gestoken, werden winkelruiten van Joodse winkeliers kapotgeslagen. Die nacht zou de geschiedenis ingaan als de Kristallnacht.

Stinkende ontlasting

Na het besluit in 1942, bekend onder de naam Endlösung, nam de Jodenhaat toe. Joden werden opgepakt, bijeen gedreven in de Hollandse Schouwburg in Amsterdam, vervoerd naar Kamp Westerbork in Drenthe. Van daaruit reed iedere dinsdag een trein met tientallen veewagons volgepropt met Joodse mannen, vrouwen en kinderen. Op weg naar het Oosten, op weg naar zogenaamde werkkampen. Sommigen ontsprongen de dans door succesvol onder te duiken. Een enkeling had geluk dat hij niet verraden werd. Drie dagen en nachten reed die trein op weg naar onder andere Auschwitz. Dat kamp stond symbool voor de systematische moorden op Joden, Sinti en Roma enz. Vrijwel dagelijks kwamen uit heel Europa treinen aan met Joodse mensen. Na een afschuwelijke reis te midden van stinkende ontlasting, werd men met knuppels uit de wagons geslagen. Ouderen, moeders van kinderen en hun kroost werden vaak rechtstreeks naar de gaskamers gedirigeerd. Daarna werden de lijken naar buiten gedragen, ontdaan van sieraden, gouden tanden, haren, schoenen enz. De crematoria maakten overuren en de geur uit de altijd rokende schoorstenen moet een vreselijke lucht geweest zijn.

Vrijheid

Voor de mensen in de kampen moet het woord vrijheid een onbereikbaar iets geweest zijn. Van de een op de andere dag was je vogelvrij, werd je vrouw vermoord en je kinderen erbij. Mannen mochten doorgaans nog even blijven leven omdat ze nog werk konden verrichten. Zwaar werk en dat in combinatie met veel te weinig eten, zorgde ervoor dat je binnen drie weken een schim was van weleer. Kon je niet meer werken? Ook jij ging de gaskamer in. Je vraagt je af hoe het in vredesnaam mogelijk is dat mensen met droge ogen kinderen, soms baby’s nog, de dood in konden jagen. Vrijheid was ver weg. Toen Auschwitz op 27 januari 1945, nu precies 80 jaar geleden, door de Russen werd bevrijd, trof men in de barakken nog slechts een paar duizend mensen aan. Sterk vermagerd, vaak compleet in shock en hunkerend naar vrijheid. Afgelopen zondag stond Nederland stil bij de holocaust. Deze inmiddels jaarlijkse herdenking in onder andere Amsterdam trok duizenden belangstellenden. Vrijheid moeten we koesteren. Vrijheid komt niet vanzelf. Vrijheid wordt ook vandaag in de wereld ernstig bedreigd, ook dichtbij. Nooit meer Auschwitz………wordt dat ooit werkelijkheid?