De Obelix uit de Bijbel. Simson, of Samson. Een vechtjas en een rokkenjager. Een James Bond die zich liet verleiden en ten onder ging. Heb ik je nieuwsgierig gemaakt? Je kunt het verhaal zo lezen, maar dan mis je iets veel mooiers. Dat leerde ik toen ik Simson mocht spelen in de Domkerk in Utrecht.

Het is alweer ruim twintig jaar geleden dat we met een amateurgroep een toneelstuk gingen oefenen. De Domspelers heetten we, een groep die telkens weer opnieuw werd opgericht als er iets te spelen viel. Een oudere vriendin had een script geschreven. Over Simson. Want, zei ze, hij is altijd verkeerd begrepen. Dat had een oude studentenpredikant uitgezocht, die er een boek over had geschreven. "En jij moet Simson spelen", zei ze. Ik heb nooit meer zo’n intense voorbereiding gehad op een theaterstuk.

Simson, ik moet je even bijpraten, was een bijzondere jongen met een bijzondere leefwijze. Hij had lange haren. Die had ik niet. Dus werd er een lange pruik gekocht, die in een alternatieve kapsalon, waar mensen met paars en groen haar uitkwamen, werd gevlochten. Simson mocht geen alcohol drinken, dat deed ik toch niet, maar celibatair was hij niet. Hij mocht trouwen, dus dat deed hij ook. Het werd een drama. Hij sloeg de boel kort en klein. Dat heb ik nooit echt mogen doen. Ik heb wel op een moment een paar jongens over het toneel mogen gooien. Dat werd ook letterlijk gooien, want de eerste jongen was wat gezetter en hij bood behoorlijk tegenwicht. Met dezelfde kracht wierp ik vervolgens onbedoeld een tengere knul van de ene kant van het toneel naar de andere kant van het toneel. Sorry! Je moet je kracht leren beheersen, maar dat leek Simson ook niet te doen.

Hoe kan zo iemand nou iets laten zien van hoe we kunnen leven? Daarvoor moest ik mijn bril afzetten, zei de scriptschrijfster. ‘Want je kijkt met de bril van wat we graag willen zien op tv.’ Actiefilms of helden die met al hun kracht mensen bevrijden of boeven een lesje leren, maar die ook hun zwaktes hebben en zo toch niet onoverwinnelijk blijken te zijn. Maar Simson was anders, zei ze. Ik had drie liefjes in dat toneelstuk – al het goede komt in drieën zullen we maar zeggen – en met hen leerde ik in tranen waar het verhaal van Simson écht over ging.

Die liefdes waren geen zwakten, maar waren een poging om te laten zien hoe je anders naar het leven kunt kijken. Een ander perspectief, waarin het niet meer gaat om eten of gegeten worden, slaan of doorgeslagen worden, pakken wat je pakken kan; niet om de ratrace van het leven, maar om een blik op het leven waarin pech geen falen is, waarin het niet ‘voor jou tien anderen’ is als het je niet lukt, waarin in kwetsbaarheid juist kracht schuilt, waarin schreeuwers het níet voor het zeggen hebben, omdat ze geen gelijk hebben, ook al nemen ze dat.

Simsons liefdes gaan over een honingzoete wereld, waarin de wereld meer in orde is, met ruimte voor iedereen, met fatsoen, met opkomen voor de zwakken, de bange mensen, voor wie niet mee kan komen, om wat voor reden dan ook. Toen ik het verhaal vertelde tijdens een doopdienst, hield ik de ouders voor niet alleen dat beeld van Simson, maar vooral die blik op de wereld door te geven. Alleen zo kunnen we kinderen leren hoe ze in vrijheid een mooi en liefdevol leven kunnen leiden.

Misschien vind je het een slap verhaal. Maar liefde is sterk, zelfs sterker dan de dood. En dat geeft me hoop, in een wereld die ik niet wil zien als slecht, maar waarin de liefde telkens weer overwint.

Gastcolumnist Otto Grevink is als dominee op verschillende wijzen betrokken bij protestantse kerken in de regio Hart van Brabant. Hij is pionier bij Zin op School in Waalwijk en dirigent van Koor en Combo Laudate Dominum. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.