JavaScript is disabled in your web browser or browser is too old to support JavaScript. Today almost all web pages contain JavaScript, a scripting programming language that runs on visitor's web browser. It makes web pages functional for specific purposes and if disabled for some reason, the content or the functionality of the web page can be limited or unavailable.

Monumenten in Heusden – 254

Het oude raadhuis van Drunen

De drossaard (of schout) en de schepenen van de gemeente Drunen beschikten van oudsher niet over een raadhuis. Vergaderingen werden gehouden in de consistoriekamer van de NH-kerk. Toen in 1765 het koor van de kerk moest worden afgebroken ontstonden de plannen voor een raadhuis. Hendrik de Jongh was toen de drossaard en Cornelis Kouwens de secretaris. Van Martinus van Loon werd een stuk grond gekocht, gelegen naast het voormalige ‘Brasserie Royal’. Er werd een architect gezocht, een bestek gemaakt en aan de Raad van State werd verzocht een geldlening te mogen aangaan. De aanbesteding was op 5 maart 1773. Hendrik Verhees was met fl. 4.593 de laagste inschrijver en nam het werk aan. Op 25 januari 1775 werd door drossaard en schepenen de eerste vergadering gehouden. De bestuurders vergaderden er nog 165 jaar. Het inwonertal steeg van 1480 in 1794 tot 4800 in 1939, toen het nieuwe huidige gemeentehuis betrokken werd. In 1935 werden er ruim 900 inwoners van Elshout in de boeken van de Burgerlijke Stand bijgeschreven. Tijdens de oorlog was het oude raadhuis een subkantoor van het Distributiekantoor in Waalwijk; van hieruit werden aan bewoners distributiebonnen verstrekt. Tijdens de bevrijdingsdagen in oktober/november 1944 werd het raadhuis door granaatbeschietingen zwaar beschadigd. Later is het gesloopt.

Het gebouw had een breedte van dertien meter en een diepte van zeven meter. Het raadhuis bestond uit een begane grond, een zolderverdieping en een souterrain. Het gebouw had eensteens baksteen muren en was, door groeven geblokt, gepleisterd. Ter afwerking werd het pleisterwerk geschuurd en met twee lagen silicaatverf behandeld. De plint was gecementeerd en grijs geschilderd.

De begane grond had een entree, die bereikbaar was via een trapbordes met hardstenen treden en ijzeren leuningen. Bij feestelijke gebeurtenissen werd het bordes gebruikt. Het middengedeelte, met de dubbele toegangsdeur met getoogd deurkalf en bovenlicht, was vooruitspringend. Het bovenlicht had een geometrisch gesneden figuur. Links en rechts waren twee schuifraamkozijnen met een vast- en schuifraam en een kleine roedeverdeling. De bovenzijde van de gevel was met een kroonlijst met bakgoot afgesloten. Binnen was er een ontvangstruimte, een kamer voor de secretarie en een kamer voor de burgemeester, die ook als raad-, vergader- en trouwzaal werd gebruikt.

De zolderverdieping was een onder pannengedekt schilddak. De hoekkepers en de dakvorst waren met lood afgedekt. Aan de straatzijde was er een dakkapel met een klein zadeldak. Op het dak stonden twee schoorstenen met kap en in 1854 werd er een achtkantige ruiter geplaatst, met leien gedekt en met een windvaan. In de zijvlakken waren openingen gemaakt met spitsbogen. De zolder werd gebruikt als bergruimte. Het souterrain had een binnenhoogte van slechts 1,5 meter, waarvan een halve meter beneden het maaiveld. Er was een ruimte voor de veldwachter, twee arrestantenlokalen en een bergruimte met kolenhok.

Bart Beaard