Afijn, om een lang verhaal kort te maken, ik naar Den Haag. Ik was namelijk uitgenodigd door Willem Rijnders, een chirurg die de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. Hij wilde dat vieren met een klein gezelschap vrienden, ook allemaal oud-chirurgen, met allemaal dezelfde hobby: ornithologie. Om de groep een beetje beeldend te maken; ze zagen er allemaal een beetje uit als Prins Bernhard in zij nadagen: ruiten jasje, een kak-sjaaltje en allemaal een pijp tussen hun tanden.
Dokter Rijnders had via een Brabantse connectie begrepen dat ik ook een vogelkenner was, dus vandaar dat ie mij had benaderd. Ik legde de heer Rijnders uit dat het bij mij slechts om een conference over vogels ging. In werkelijkheid wist ik het verschil niet eens tussen een spreeuw en een blinde vink. Volgens Rijnders was dat juist de bedoeling. Al zijn gasten zouden een korte speech over vogels houden. En mijn onzinverhaal zou dan een goede afwisseling kunnen zijn tussen al die, wellicht saaie, aangedikte vertelsels van die stoffige vogelaars. Rijnders vroeg me alleen wel om me gedurende de dag voor te doen als iemand met de nodige kennis over vogels. Dan was het contrast daarna des te groter. Afgesproken? Afgesproken!
En zo hield ik me een hele middag op tussen een groep hoogopgeleide medisch specialisten, die met elkaar, al pijp rokend, de meest onbekende vogeltjes bespraken. Ik wist me totaal geen houding te geven. Hoe lang zou ik in deze rol kunnen blijven zonder door de mand te vallen? Ik keek reikhalzend uit naar het moment dat ik mijn onwetendheid over vogels mocht onthullen.
Tijdens het diner moest ik mijn verhaal doen. Ik ging staan en geïnteresseerd draaiden de mannen mijn kant op. Wie is deze onbekende vriend van Willem, zag je ze denken. Aanvankelijk viel het kwartje nog niet bij de bekakte ornithologen. Maar toen ik begon over kraanvogels, die je ’s avonds, vooral bij strenge vorst, goed dicht moet draaien voordat je naar bed gaat, zag ik al enkele gefronste wenkbrauwen. Ik legde uit dat het verschil tussen een Europese en Amerikaanse koekoek acht uur is. En dat er tussen een kluut en een fuut eigenlijk helemaal geen verschil bestaat. Alleen dat je het anders schrijft. Langzaam maar zeker zagen de gasten in dat ze me maar niet al te serieus moesten nemen. In een ‘betoog’ van een half uur over niet-bestaande vogels als ‘de langwerpige, valse rietzanger’ en ‘de vierkante grasbordeelsluiper junior’ had ik de mannen plat van het lachen.
Toch hadden de oplettende genodigden van Willem Rijnders die middag al kunnen weten dat er iets niet klopte. Op het programma van de jarige dokter stond namelijk ook een wandeling door de prachtige tuin van het Clingendael Instituut. Daar stonden op een gegeven moment enkele vogelkenners bij elkaar, een veertje bestuderend. Om mij er ook bij te betrekken vroeg één van de mannen: "Weet jij van welke vogel dit veertje is?" Ik keek er even heel gewichtig naar en antwoordde quasi serieus: "Dat lijkt me duidelijk! Deze veer is van een dode vogel." En liep daarna schouderophalend van de groep vandaan.