Dominee Otto Grevink. (Foto: Niek Stam)
‘Wij doen niet meer mee. Auw.’ Met een gespeelde verontwaardiging reageerden een mannelijke leeftijdgenoot en ik op een aanstaande vacature in een mooie kerk. We spraken op een verjaardag iemand uit die kerk, een enthousiaste vrouw die de advertentie nog aan het maken was. Ze liet zich niet van de wijs brengen. En het was ook logisch: de naaste collega zou al een man zijn van onze leeftijd. Dus natuurlijk zoek je dan een vrouw die nota bene jonger is. Maar ik realiseerde me ook dat lang niet iedereen daar begrip voor zou hebben.
We leven in een bijzondere tijd, waarin positieve begrippen ineens negatief worden uitgelegd. Positieve discriminatie is er daar één van. Het krijgt in deze tijd de lading dat mensen voorgetrokken worden en daar geen recht op hebben. Maar is dat ook waar? Of doet dat er niet meer toe? Is het gevoel achtergesteld, voorbijgedrongen te worden voldoende?
Positieve discriminatie is sowieso een vreemde term. Die wilde al iets positiefs van iets negatiefs maken, van discriminatie. Maar het was dan ook een reactie daarop. En ik realiseer me dat het ook een signaal was naar mensen zoals ik. Als witte rijke man ervaar je niet dat de wereld geen gelijk speelveld is voor iedereen. We denken: ‘Als je maar de juiste kwaliteiten hebt en de juiste diploma’s, dan kom je er wel.’ Ga dan eens voor de gein een foto bekijken van een willekeurige directie. Tel de witte mannen, wellicht wat – vaak witte – vrouwen en vraag je af: Zie ik hier een doorsnee van de Nederlandse samenleving? Zie ik dezelfde mengeling van mensen die ik zie op de markt en in de wachtkamer van het ziekenhuis?
Móet dat dan? Ik voel ook weerstand hoor en realiseer me dat ik graag met dezelfde soort mensen verkeer als ikzelf ben. Dat praat makkelijker, je hebt eenzelfde achtergrond; het voelt vertrouwd. Maar doe ik anderen daarmee recht? Wat als het andersom zou zijn? En ik meer in de minderheid zou zijn dan nu als witte rijke man? Heb je dan ook niet wat nuttigs in te brengen? Al is het maar omdat de meerderheid ook blinde vlekken heeft. Die dominante meerderheid hult zich vaak in het onterecht argument: ‘Maar we zijn toch allemaal gelijk?’ Niet dus.
Zoals heel veel medisch onderzoek onterecht ervan uitging dat vrouwenlichamen hetzelfde reageren als mannenlichamen, zo hebben we – veelal onbewust – jarenlang gedacht dat vrouwen op dezelfde manier dezelfde kansen hadden en zouden kunnen werken als mannen. Hartonderzoek naar vrouwen, maar ook meer aandacht voor menstruatieklachten en de overgang zijn maar een begin van gelijke kansen. Zo dachten we ook dat ons onderwijs zo laagdrempelig is, dat zowel rijke als arme kinderen, en kinderen met welke migratieachtergrond dan ook; dat iedereen dezelfde kansen heeft. Niet dus. ‘Een dubbeltje wordt nooit een kwartje’ zeiden ze vroeger. Maar wie bepaalt jouw waarde?
Positief discrimineren is niet hetzelfde als voortrekken. Het is bedoeld om een gelijk speelveld te creëren. En dan geldt het witte mannenargument niet dat ‘we gewoon de beste zoeken’. Dat ben je snel geneigd niet te doen vanuit persoonlijke voorkeuren en vertrouwdheid. Moet je dan niet de beste hebben? Natuurlijk. Daarom is de formulering altijd: ‘Bij gelijke geschiktheid kiezen we voor…’ Dan hoef je je ook niet schuldig te voelen als je die positie hierom krijgt. En is het dus ook onzinnig om in de gure wind van deze tijd ineens allerlei mensen te gaan ontslaan of degraderen, omdat ze zo op die positie waren gekomen. Ze waren en zijn de beste.
Is het dan niet uiteindelijk angst die ons drijft, dat je je voorkeurspositie moet opgeven en niet meer aan de bak komt? Stel je dan eens de angst voor van iemand die niet aan de bak komt, omdat ie niet mee mag doen? En ik denk zelf aan mijn eigen vrees, dat mijn dochter vanwege haar bijzondere kwaliteiten niet of moeilijk aan de bak zal komen later, omdat de harde mannenwereld niet op haar zit te wachten, of haar uit zal buiten. In die wereld wil ik niet geloven. Dus moeten we onze angst laten varen, elkaar in de ogen blijven aankijken en tegen elkaar zeggen: ‘Ook jij mag er zijn!’
Otto Grevink is dominee in De Langstraat en verbonden aan Pioniersplek Zin op School. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.