Het woonhuis werd in 1896 gebouwd in opdracht van Petrus Zwaans (1841-1920), die in de periode 1877-1907 burgemeester van Vlijmen was. Petrus trouwde in 1895 met Arnoldina Mimpen (1855-1929) en het echtpaar woonde aanvankelijk in een woonhuis dat westelijk stond van het huidige pand Julianastraat 11. Vanaf 1896 woonde het echtpaar in het nieuw gebouwde Julianastraat 13, dat oostelijk staat van het huidige pand Julianastraat 11. Na het overlijden van de burgemeester in 1920 kwam deze woning door vererving in het bezit van zijn zus Albertha van Hest-Zwaans (1836-1926) en in 1932 in het bezit van haar dochter Jeanette van Hest. Jeanette was getrouwd met Harrie van Wagenberg (1880-1947), directeur-eigenaar van Van Wagenberg-Festen (leerlooierij, mandenfabriek, handel in groenten en fruit, en conservenfabriek). In 1920 werd Adr. van Meerendonk aanvankelijk de huurder, later de koper van dit woonhuis. Hij was aanvankelijk boekhouder en later procuratiehouder bij Van Wagenberg-Festen en heeft in dit woonhuis gewoond tot zijn overlijden in 1986. Het pand is toen door Jan Dekkers gekocht. Het woonhuis waar de burgemeester aanvankelijk woonde is in 1940 afgebroken en oostelijk ervan bouwde het echtpaar Van Wagenberg-Van Hest in 1941 het huidige pand Julianastraat 11.
Het woonhuis is een eenlaags pand met een zadeldak waarvan de nok evenwijdig ligt aan de straat. Het dak ligt tussen topgevels en is gedekt met blauw gesmoorde terracotta dakpannen, type Oude Holle. Het dakvlak komt uit op een dakgoot, ondersteund door zandstenen consoles.
De gevel heeft met drie zandstenen speklagen een horizontale geleding, een kenmerk van de neorenaissance bouwstijl. De speklagen liggen ter hoogte van de boven- en onderkant van de vensters en de wisseldorpel. De symmetrische voorgevel kent vijf vensterassen en is opgetrokken met baksteen, gemetseld in kruisverband. Het metselwerk is afgewerkt met witte lintvoegen en minimale stootvoegen, waardoor de horizontale lijnen van de neorenaissance bouwstijl worden benadrukt.
De vensters hebben T-vormige schuiframen. Boven de bovenlichten van deze vensters en voordeur zijn segmentbogen met eensteens hoge rollagen. De rollagen hebben zandstenen aanzetstenen en sluitstenen. De sluitstenen hebben een diamantreliëf. De boogvelden hebben siermetselwerk met geel en blauw gekleurde stenen.
Het kozijn van de veranda is geplaatst tussen geprofileerde kolommen. (Foto: Jan Quitijnren)
Tussen de dakconsoles is een overhoekse muizentand tussen uitkragende steenlagen. Boven de rollagen van de vensters is ook een twee steens steenlaag. De band tussen deze laag en de bakgoot is rood geschilderd. Onder de vensters en voordeur zijn hardstenen dorpels. De onderzijde van de gevel heeft een 60 cm hoge blauwgrijze gepleisterde plint. De voordeur, geplaatst in een 30 cm diepe nis, is een spiegeldeur met twee ruiten met gietijzeren roosters.
In 1909 werd een veranda toegevoegd. Deze heeft een gemetselde borstwering waarop houten kozijnen met hardstenen weldorpels zijn geplaatst tussen geprofileerde kolommen. De kolommen hebben een art-nouveau profilering. De bovenlichten hebben gekleurd byzantijns glas in houten lijsten, waarboven tot de dakrand een uitkragende lijst is.
Bart Beaard